En als laatste in dit rijtje :
- Een reclame die een voorbijganger nodig heeft om te werken
- Een mooie reclame voor batterijen op een relevante locatie
- Een sushi-reclame die gezien wil worden
Voetbal is een spel op een afgebakend speelveld, met heel strikte regels en straffen voor wie die regels overtreedt. Desondanks (of eigenlijk : net daardoor) houden heel erg veel mensen van die sport. Om ze te spelen of om er naar te kijken. Weinig sporten wekken zoveel emotie op, zowel op als naast het veld. De strikte regels dwingen voetballers om al hun creativiteit, en uiteraard ook hun technische vaardigheden, in te zetten om het uiteindelijke doel te bereiken : tenminste 1 goal meer maken dan de tegenstander. En voetballers die dit voor elkaar krijgen, worden geprezen en bewonderd. Ik noem geen namen.
Voetbal laat mooi zien dat “Creativiteit into-the-box” een kwestie is van balanceren. Balanceren tussen structuur en vrijheid, tussen efficiëntie en flexibiliteit. Het gaat om de balans. Doorslaan naar de ene of de andere kant leidt nergens toe. Aan de kant van de vrijheid en de flexibiliteit zien we voetbal zoals het door de F-jes wordt gespeeld : ieder voor zich en allemaal op een kluitje. Aan de andere kant zien we het voetbal van de structuren en de systemen : degelijk, iedereen kent zijn rol, maar het leidt vaak tot oersaai “balletje-breed” voetbal waar ik in ieder geval nauwelijks wakker bij kan blijven. Ik noem uiteraard nog steeds geen namen.
Maar echt succesvolle voetbalploegen balanceren tussen die twee uitersten. Ze laten bij uitstek zien wat er zoal nodig is om binnen de box (in casu : op het voetbalveld) creatief te zijn. Wat helpt zijn een gemeenschappelijk doel (letterlijk in dit geval), voldoende technische vaardigheden, vertrouwen in elkaar, duidelijke afspraken over ieders rol, maar de creativiteit en flexibiliteit om daar van af te wijken indien de situatie daar om vraagt. Want je kunt nog zoveel weten van voetbal en van de tegenstander, elke situatie die zich aandient op het veld is nieuw en vraagt om improvisatievermogen bij de voetballers op het veld. En dat is ook waarom voetballers trainen. Ze trainen uiteraard hun conditie en technische vaardigheden, maar ze trainen vooral hun improvisatievermogen : hun vaardigheid om in te spelen om onverwachte gebeurtenissen en om op dat moment de beste oplossing te bedenken en die meteen uit te voeren. Een beetje zoals jazz-musici dat doen. Xabi Alonso zei het onlangs dan ook : voetbal is zoals jazz. OK, hij zijn “Bayern” en niet “voetbal”.
______________________________________________________________________
Overigens stond er onlangs een interessante bijdrage van KXevin op de Barcelona Football Blog waarin hij de spelers van het Barcelona uit 2012 vergelijkt met beroemde jazz-musici : “Barcelona players as jazz musicians, aka “Give the drummer some!””. Interessant om te lezen en een mooie illustratie van wat ik hierboven betoog. Ik deel die blog dan ook graag met jullie : http://www.barcelonafootballblog.com/14789/players-jazz-musicians/
Ik wil nog even terugkomen op het vorige bericht uit dit blog. En met name op de rol van “improvisatie” als illustratie van “Creativiteit into-the-box. “Improviseren” heeft in het dagelijks gebruik iets van “we weten het niet meer, dus we doen maar wat”. Mensen die heel vaak improviseren, die improviseren inzetten als middel om resultaat te halen : jazz-musici, acteurs, sommige dansers, voetballers (ik noem er maar een paar) werken echter vaak binnen strikte kaders of creëren die strikte kaders zelf. Denk maar aan uitzendingen van de Lama’s waar eerst aan het publiek wordt gevraagd om een locatie, een emotie, een persoonlijkheidskenmerk… die dan worden gebruikt om een geslaagde, en vaak hilarische improvisatie te bouwen.
Het gaat echter nog verder. Een tijdje geleden nam ik deel aan een training waarin aan mensen zoals ik, die zelf vaak trainingen geven of workshops faciliteren, werd geleerd op welke manier wij elementen en werkvormen uit het improvisatietheater zouden kunnen inzetten. Het was één van de meest nuttige en verrassende trainingen die ik ooit heb meegemaakt (@Raymond van Driel : ik ben nog steeds blij dat ik heb deelgenomen)! Alleen, ik werd bij aankomst danig verrast door het feit dat op alle muren van het lokaal waar de training plaatsvond een lijstje met “improvisatieregels” hing. Ik vroeg me af of “regels” en “improviseren” niet twee uitersten zijn, die elkaar uitsluiten. Maar dat veranderde meteen toen ik de regels las :
Acteurs hebben geleerd dat als ze deze regels volgen er mooie en boeiende scenes en verhalen ontstaan. Als ze dit niet doen, dan gebeurt er weinig tot niets. En wat mij betreft zijn het niet alleen mooie regels om in acht te nemen als je acteert, maar werken ze ook in het gewone leven of op het werk.
Zoals ik al zei : bijzonder inspirerende training. Je hebt geen idee wat er allemaal kan gebeuren als je 2 dagen lang een tiental mensen bij elkaar zet die alleen maar “Ja, en…” denken en doen. Moet je ook eens proberen!