Cradle2Cradle

Vorige week zag ik een uitzending van Tegenlicht getiteld “Nederland kantelt” (http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/nederland-kantelt.html). Het ging over vernieuwers die op een nieuwe frisse manier aankijken tegen hoe wij in Nederland (en op vele andere plekken in dit deel van de wereld) een aantal zaken georganiseerd hebben. Maar het ging vooral om dwarse doeners , mensen die vanuit die nieuwe manier van kijken aan de slag zijn gegaan : een groene frietboer, een schoonmaakbedrijf waar de schoonmakers zelf eigenaar zijn, en ook een vernieuwende projectontwikkelaar. Op dat moment in de uitzending aangekomen haakte ik bijna af. “Projectontwikkeling” associeer ik op dit moment met megalomane initiatieven, mensen met teveel geld en leegstand. Maar ik bleef wel kijken omdat ik wel benieuwd was wat dit onderwerp in deze uitzending deed.

Park 2020

In de uitzending vertelt Coert Zachariasse over de ontwikkeling van bedrijventerrein Park 20/20 in Hoofddorp. Park 20/20 is volledig ontwikkeld volgens de Cradle2Cradle filosofie. Cradle2Cradle gaat er van uit dat afval niet bestaat, dat de restanten van elk proces (een fabriek, een productieproces, maar dus ook een bedrijventerrein) kunnen dienen als grondstof voor een volgend proces. Net zoals de natuur dat doet. Dat betekende in het geval van Park 20/20 dat alle materialen die gebruikt zijn bij de aanleg, na verloop van tijd (wanneer bijvoorbeeld meubilair vervangen wordt of wanneer een gebouw of voorziening afgebroken wordt) hergebruikt gaan worden. In de praktijk moest Zachariasse met alle toeleveranciers de afspraak maken dat ze bereid waren om in die gevallen de gebruikte materialen weer terug te kopen (!) en te verwerken tot nieuwe producten. Dit stelde uiteraard hoge eisen aan de toeleveranciers, maar het bleek dat velen van hen zich zodanig bewust waren van de huidige en toekomstige schaarste aan grondstoffen dat ze bereid waren om deze zienswijze en aanpak te omarmen. En uiteindelijk leverde deze manier van werken voor alle partijen ook winst op. Er is immers geen inherente tegenspraak tussen winstgevend zijn en milieuvriendelijk zijn. Op een goede manier omgaan met schaarse goederen (in dit geval grondstoffen) is milieuvriendelijk en per saldo (maar soms pas op termijn) ook goedkoper.

C2C

Cradle2Cradle is echt “into-the-box creativiteit” in de praktijk : (her)gebruik dat wat er al is.

 

Bird in hand

Hoe maak je creatief gebruik van “dat wat er al is”? Ik heb al eerder laten zien dat “Creativiteit into-the-box” een sprekende manier is om aandacht te vragen voor de boodschap van je organisatie of bedrijf (zie o.m. “Beautiful Hats” in deze blog).  Het kan dan ook niet verbazen dat vele marketeers daar vaak gebruik van maken. Hier een subliem voorbeeld van de Milwuakee River Keeper Organization die aandacht willen vragen voor het belang van zuiver rivierwater.

A Clean River

Creativity loves Constraints

“Creativity loves constraints” is een uitspraak van David Heinemeier Hansson van 37Signals. Hij is één van de ontwikkelaars van Basecamp. Basecamp is software die gebruikt wordt om projecten te managen; je kunt documenten met elkaar delen, discussies voeren, taken toewijzen… Allemaal zaken die horen bij het runnen van een project. Basecamp is in de 10 jaar dat het bestaat de meest gebruikte softwaremanagementtool (3x woordwaarde) geworden in de wereld. En waarom? Omdat het snel is, simpel en extreem gebruiksvriendelijk. En dat heeft allemaal te maken met de beperkingen die het bedrijf 37Signals had toen het begon met de ontwikkeling ervan.

Hanssen

37Signals was oorspronkelijk een bedrijf dat zich bezighield met design van websites. Ze waren redelijk succesvol en groeiden, maar ze merkten dat ze, doordat ze meer klanten kregen en grotere projecten, steken lieten vallen. Activiteiten werden geïnitieerd maar niet uitgewerkt, niemand wist echt goed wie op welk moment aan welk project werkte en de communicatie met klanten verliep hoe langer hoe stroever. Het bedrijf besloot dat ze software nodig hadden om hun projecten te stroomlijnen. Ze probeerden een aantal bestaande programma’s voor projectmanagement uit en kwamen tot de conclusie dat die te traag, te duur en te moeilijk in het gebruik waren. Dus besloten ze om zelf maar iets te gaan ontwikkelen.

Alleen, ze hadden hun bestaande business, design van websites, te runnen dus ze hadden weinig tijd. Ze verdienden ook niets met het ontwikkelen van software voor eigen gebruik, dus ze konden weinig geld investeren. En de softwareontwikkelaars zaten in Denemarken en de rest van het bedrijf in de USA, dus onderlinge communicatie was lastig. Maar ze slaagden er in om al deze zaken voor hen te laten werken in plaats van tegen hen. Omdat ze weinig tijd hadden beperkten ze zich tot de absolute essentie waardoor Basecamp extreem snel werd; omdat ze weinig tijd en geld hadden richtten ze zich op de basis van projectmanagement zonder veel additionele features, waardoor Basecamp extreem simpel werd om mee aan de slag te gaan; en doordat er een groot tijdsverschil was tussen het ontwikkelteam (Denemarken) en de rest van het team (California) moesten ze ervoor zorgen dat onderlinge communicatie kort en to-the-point was, waardoor Basecamp in heel korte tijd ontwikkeld kon worden.

Basecamp werd een groot succes. Intern, en toen men na een tijdje besloot om deze software zelf ook te gaan verkopen, ook extern. En al die eigenschappen die hen opgedrongen waren door de beperkingen tijdens de ontwikkeling, waren nu net die dingen die klanten van Basecamp zo aanspraken : snel, gebruiksvriendelijk en je kunt er meteen mee aan de slag. Basecamp werd zo succesvol dat 37Signals het design van websites vaarwel zij en zich volledig ging richten op het verder ontwikkelen en op de markt brengen van Basecamp. Met het gekende resultaat. Inderdaad, “Creativity loves constraints”

Dit is hoe David Heinemeier Hansson het zelf vertelt :

 

Six Word Stories

Een tijdje geleden hoorde ik op de radio over een wedstrijd waarbij het de bedoeling was om je vakantie te beschrijven in “een verhaal van 6 woorden”. Mijn eerste reactie was “wat is dit nu weer voor een onzin”. Maar dat veranderde heel snel toen ik de eerste “Six Word Stories” hoorde. Een kleine bloemlezing (te vinden op  de website van NightWriters, die deze wedstrijd uitschreef : www.nightwriters.nl) :

  • De koffer kwam. De koffer wel.
  • Naast mama’s baas op de blootcamping.
  • Haar been is nooit meer gevonden.

Al deze “verhalen” hebben iets mysterieus of een element van verrassing. Of ze slaan op een leuke manier de spijker op de kop. En… ze kennen een heel duidelijke beperking : ze bestaan uit niet meer en niet minder dan 6 woorden. Het blijkt overigens dat dit fenomeen van “Six Word Stories” al veel langer bestaat;  er wordt gezegd dat het eerste “Six Word Story” geschreven is door Ernest Hemingway:

Close up photo of a pail of small slippers for toddlers

Hij noemde dit het beste verhaal dat hij ooit geschreven heeft. En geeft toe : het is briljant om in 6 woordjes zoveel schrijnend verdriet op te roepen.

Ik besloot om met deze “Six Word Stories” en experiment uit te voeren. Ik vroeg aan een groep cursisten om een verhaal te schrijven van 6 woorden, zonder verder enige uitleg te geven. Er was wat verbazing, er waren vragen in de zin van “kan je niet wat meer context geven ” maar uiteindelijk lukte het iedereen om zo’n verhaaltje te schrijven.  Daarna kregen ze de opdracht om nog een “Six Word Story” te schrijven maar dan over hun afgelopen vakantie. Het bleek dat iedereen die laatste opdracht veruit de makkelijkste vond. Ondanks het feit dat dit de opdracht was met de meeste beperkingen. Wat nog maar eens aantoont dat te veel ruimte en te weinig context voor creativiteit eerder beperkend werkt dan verrijkend. Ik deel graag een aantal mooie vondsten :

  • Vertrok op gastronomisch weekend. Ben aangekomen.
  • Jammer dat jij er bij was.
  • Knallende champagne, Knallend vuurwerk. Knallende hoofdpijn.

Beautiful Hats

Hoe bereik je het meest met minimale middelen? Zoals in vorig bericht reeds aangegeven zijn startende ondernemers meesters bij het inzetten van “Creativiteit into-the-box”. Een mooi voorbeeld hiervan was een aantal jaren geleden te zien in Berlijn.

Fiona Bennett is een, ondertussen gerenommeerde, ontwerper van hoeden uit Berlijn (zie http://fionabennett.de/) . Een aantal jaren geleden, toen ze nog aan het begin van haar carrière stond, bedacht ze een briljante manier om haar ontwerpen in de stad onder de aandacht te brengen.

Beautiful hats

Ze maakte op inventieve manier gebruik van de bijzondere vorm van de aanplakzuilen voor affiches in de stad en slaagde er zo in om, met minimale middelen (een paar posters), maximale exposure te krijgen.

Wellicht kent u nog andere sprekende voorbeelden van ondernemers die er met een minimaal budget (of geen budget) in geslaagd zijn om hun bedrijf of product maximaal te promoten? Ik zie ze graag tegemoet.

Beter 1 vogel in de hand… (Bird in Hand)

Er is één groep van mensen die echt helemaal niks hebben aan “out-of-the box” denken en dat zijn startende ondernemers. “Out-of-the-box” ideeën die suggereren dat je gebruik moet maken van, noem maar eens iets, nanotechnologie of thermohardende composieten, zijn waardeloos als je daar verder niets van af weet en ook niemand kent die dat wel doet. Alle ideeën waarvoor je een flink budget nodig hebt, kunnen ook overboord, want de gemiddelde startende ondernemer (ik weet het, ik weet het, er zijn uitzonderingen) heeft geen “flink budget”. En als je helemaal alleen aan de start van het opwindende traject richting je eigen onderneming staat, heb je ook helemaal niets aan enige suggestie in de richting van dat je er voor moet zorgen dat je team uitgebalanceerd genoeg is.

Nee, startende ondernemers moeten het doen met wat er is. Een aantal jaren geleden zijn hoogleraren van een aantal gerenommeerde Business Schools onderzoek begonnen naar welk gedrag succesvolle ondernemers vertonen om daadwerkelijk succesvol te worden. En hieruit bleek dat excellente ondernemers niet uitgaan van wat zou moeten of wat zou kunnen. Hun startpunt bestaat uit 3 eenvoudige vragen :

  • Wie ben ik?
  • Wat kan ik?
  • Wie ken ik?

Op basis van hun antwoord op die vraag, bouwen ze stap voor stap aan hun onderneming. Geen grote vergezichten maar met beide benen op de grond. Geen lange marktstudies maar in gesprek met potentiële klanten. Geen analyse, maar actie.

In deze video legt Prof. Stuart Read (INSEAD) aan de hand van een mooi voorbeeld uit hoe dit werkt. Ik zal de komende weken en maanden op deze blog nog een aantal sprekende voorbeelden geven van hoe startende ondernemers “Bird in Hand” (of in het Nederlands “Beter één vogel in de hand…”) inzetten om succesvol te worden.

Frugal Innovation

De WakaWaka, een minizonnepaneel met lamp; de Toyota incubator (zie vorige blogpost); de Tata Nano, het kleine, goedkope maar degelijke Indiase alternatief voor de auto…. Allemaal “slimme spullen voor arme markt”, zoals het afgelopen week in de Volkskrant stond. Allemaal voorbeelden van “Frugal innovation” wat zoiets betekent als het vereenvoudigen en aanpassen van producten op een zodanige manier dat ze bereikbaar worden voor klanten met weinig koopkracht. Of “doing more with less”. Maar het is ook een mooie vorm van “Creativity into-the-box”, of om het anders te stellen : een manier om zo zuinig en innovatief mogelijk om te gaan met de beperkte resources van onze aardbol. Volgens Charles Leadbater lukt dit alleen wanneer we deze beperkte resources koppelen aan onbeperkte mogelijkheden voor samenwerking.

Kijk ook even hier voor andere mooie voorbeelden van “Frugal Innovation” : http://www.nesta.org.uk/news/frugal-innovations

Apollo 13

We zijn verwend. We hebben vaak veel middelen tot onze beschikking om problemen op te lossen : geld, mensen, onderdelen, gereedschappen… En die gebruiken we dan vaak ook. Maar soms zijn die middelen er niet en dan wordt al snel geroepen : “Dat kan helemaal niet”, “En hoe moeten we dat voor elkaar krijgen.” of “Er is geen budget”. Een van de mooiste voorbeelden dat je ook met weinig middelen bijzonder creatief kunt (moet) zijn, komt uit de film “Apollo 13”. Deze ruimtevlucht (de naam ervan suggereert het al) werd geplaagd door het ene probleem na het andere. Een van de problemen waar de bemanning mee geconfronteerd werd was een kapotte CO2 filter. In dit filmpje wordt het probleem geschetst : http://www.youtube.com/watch?v=C2YZnTL596Q. En hier http://www.youtube.com/watch?v=Zm5nUEG5Bjo laat men zien welke creatieve oplossingen er bedacht zijn “to fit a square peg in a round hole”. Creativity into-the-lunar-module…

Couveuse in Afrika (2/2)

Jonathan realiseerde zich dat er in Afrika dan wel weinig reserveonderdelen voor couveuses beschikbaar zijn. Maar winkels met reserveonderdelen voor auto’s zijnToyota Incubator er daar genoeg. Daardoor kwam hij op het idee om een couveuse te ontwikkelen die uitsluitend bestaat uit reserveonderdelen van een Toyota : de koplampen is het verwarmingselement, de filters worden gebruikt voor luchtzuivering en de batterij als een back-up voor wanneer de elektriciteit uitvalt. De kosten voor deze “Toyota-couveuse” zijn zo’n 40 keer lager dan die van een gebruikelijke couveuse. Het bedrijf “Design that Matters” brengt deze couveuses op dit moment op de markt.

Into-the-box denken dat het leven van vele baby’s kan redden…

Couveuse in Afrika (1/2)

couveuseDr. Jonathan R. kwam tijdens zijn reizen in Afrika regelmatig in lokale ziekenhuizen. Hoewel babysterfte daar regelmatig voorkomt en de ziekenhuizen vaak wel degelijk beschikken over couveuses, ontdekte hij dat deze heel vaak niet worden gebruikt. Op zijn vraag hoe dat mogelijk is, kreeg hij dingen te horen als : “Ze gaan regelmatig kapot en we kunnen ons geen reserveonderdelen veroorloven” en “De electriciteitstoevoer wordt regelmatig onderbroken hier dus ze staan vaker uit dan aan”. Ook vernam hij dat de couveuses meestal geschonken waren in het kader van ontwikkelingshulp en dat de aanschaf van een nieuwe couveuse (40.000 $) voor de ziekenhuizen te duur was.

Jonathan kwam met een fantastische “into-the-box oplossing” voor dit probleem, die goedkoop is (< 1.000$), efficiënt in gebruik en die het probleem van de reserveonderdelen effectief oplost.

Kan je bedenken hoe hij dat gedaan heeft? Maak optimaal gebruik van “dat wat reeds aanwezig is”.